Salaris statutaire personeelsleden stijgt met 1,1 %; extra loontrap vanaf 36 jaar geldelijke anciënniteit

baremieke verhoging
07.10.2020

Vanaf 1 januari 2021 zullen de salarissen van het statutair personeel worden verhoogd met 1,1 %. Er komt ook een bijkomende loontrap waardoor er na 36 jaar geldelijke anciënniteit extra nettoloon bijkomt.

Overeenkomsten onderwijscao’s worden verzilverd

Op 23 maart 2018 sloten de Vlaamse regering, de representatieve vakorganisaties en de werkgevers voor de jaren 2015, 2016, 2017, 2018 en 2019 een akkoord van sectorale sociale programmatie af  voor de sector “Onderwijs” van de Vlaamse Gemeenschap. Via deze  respectievelijke onderwijscao’s (cao XI leerplicht, cao V hoger onderwijs en cao IV basiseducatie) worden de eisen voor een verhoging van de koopkracht nu in de praktijk omgezet en dit met ingang van 1 januari 2021.  

Eis voor verhoging koopkracht; weloverwogen en bewuste keuze

De eis voor een verhoging van de koopkracht was een weloverwogen en bewuste keuze. Het VSOA-Onderwijs was én is immers de mening toegedaan dat de Vlaamse overheid ook financieel een aantrekkelijke werkgever moet zijn en blijven. Bovendien blijven wij het standpunt verdedigen, dat de herwaardering en een hoger maatschappelijk aanzien van het onderwijsberoep pas gerealiseerd kan worden wanneer er ook een aantrekkelijke verloning is aan verbonden... Dat de lonen in de onderwijssector dan ook gelijke tred moeten houden met die van de private sector is voor het VSOA-Onderwijs dan ook niet meer dan een evidentie en dit om concurrentieel te kunnen zijn op de arbeidsmarkt.

In dit licht willen we toch ook nog even de studie van de HayGroup van 2002 in de schijnwerper plaatsen.  Deze studie stelt duidelijk dat er in de sector onderwijs – en dit in tegenstelling tot de private sector - noch bijkomende vergoedingen in natura en andere vergoedingen zijn. In de studie wordt ook verwezen naar het pensioenstatuut voor onderwijsmensen, dat in de feiten als een uitgesteld loon moet worden beschouwd.

Wie de mening is toegedaan, dat het loon verbonden aan het onderwijsberoep al marktconform was – en dus een verhoging van de koopkracht niet nodig was - heeft ofwel de studie niet gelezen of doet de waarheid met voorbedachten rade geweld aan.

Tijdens de onderhandelingen heeft het VSOA-Onderwijs de verhoging van de koopkracht als primair doel naar voren geschoven; ook omdat de vorige lineaire loonsverhoging al dateerde van in 2003…

Koopkrachtverhoging met 1,1 %

Vanaf 1 januari 2021 zullen de lonen van alle statutaire personeelsleden worden verhoogd met 1,1 % en dit ten opzichte van augustus 2018. Hiermee wordt de vooropgestelde en beloofde koopkrachtverhoging realiteit. Pro memorie: op 1 september 2018 werden de lonen al eens met 0,3 % verhoogd.
Deze lineaire loonsverhoging komt er bovenop de periodieke indexeringen. Zo wordt er gelijke tred  gehouden met de lonen uit vergelijkbare sectoren. De verhoging is ook van toepassing op de niet-verworven salarisschalen en de wachtgelden. Voor het universiteitspersoneel werd er een alternatieve koopkrachtverhoging uitgewerkt.

Extra loontrap vanaf 36 jaar geldelijke anciënniteit

Vandaag is het zo, dat het salaris iedere twee jaar verhoogt (baremieke loontrappen) en dit tot wanneer men 27 jaar anciënniteit heeft. Hierdoor bereikt een personeelslid al rond de leeftijd van 50 jaar zijn of haar maximumsalaris.

Door de verhoging van de pensioenleeftijd had en heeft dit tot gevolg, dat er geen loonevolutie meer is gedurende een periode van 15 jaar. Eén van de eisen uit de onderwijscao’s was dan ook om een bijkomende loontrap in te voeren en dit op 36 jaar geldelijke anciënniteit, zodat personeelsleden zich ook op het einde van hun loopbaan financieel gewaardeerd zouden blijven voelen.
Onderwijspersoneelsleden met 36 jaar geldelijke anciënniteit krijgen hierdoor vanaf 1 januari 2021 een verhoging waarvan het bedrag gelijk is aan het bedrag van de voorgaande loontrap; dus het bedrag van de tot op vandaag laatste trap van de salarisschaal.

In de praktijk betekent dit dat het huidige loonplafond, dat na 27 jaar geldelijke anciënniteit al werd bereikt, wordt doorbroken en dat er na 36 jaar geldelijke anciënniteit extra nettoloon bijkomt. Afhankelijk van het profiel zal dit ongeveer 70 € netto extra per maand bedragen.

Marnix HEYNDRICKX
Voorzitter